Op de fiets naar het werk gaan wordt steeds populairder. Het aantal fietsritjes van huis naar werk is vorig jaar toegenomen met ruim twee miljoen per werkweek, blijkt uit het Landelijk Reizigersonderzoek dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat woensdag publiceert. Voor vier op de tien woon-werkritten van maximaal 7,5 kilometer wordt de fiets gepakt. Dat is meer dan voorgaande jaren.
Werkgevers spelen hierin een belangrijke rol, blijkt uit het onderzoek. Een derde van de mensen die de fiets naar het werk pakt, zegt dat een fietsvergoeding voor woon-werkverkeer en een goede fietsenstalling van de baas bijdragen aan de keuze voor de fiets.
“De fiets zit in de lift. Dat is goed nieuws, zowel voor onze gezondheid als voor de drukte op de weg”, zegt staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat). Volgens haar laat het onderzoek zien dat werkgevers “de sleutel in handen hebben om
fietsen aantrekkelijk te maken: veilige stallingen, opfrismogelijkheden op het werk en een goede kilometervergoeding voor de fiets”.
Het totaal aantal ritten voor woon-werkverkeer met de fiets, auto en openbaar vervoer is in 2022 ten opzichte van 2021 met meer dan 7,5 miljoen per week gestegen. Het fietsgebruik nam met ruim 17 procent toe. Het aantal autoritten steeg met 14 procent. Dit komt vooral door een verdere afname van het aantal thuiswerkdagen, zeggen de onderzoekers. In het ov is sprake van een stijging van bijna 30 procent. Volgens het onderzoek is dat het effect van het opheffen van de coronamaatregelen.
Thuiswerken is wel een blijvertje, zo blijkt verder uit het onderzoek. Gemiddeld werkten mensen vorig jaar 1,1 dag per week thuis. In 2021 was dat gemiddeld 1,4 dag en voor corona 0,8 dag.